De test Overdrachtsnelheid meet de leessnelheid van gegevens, d.w.z. de snelheid waarmee gegevens van een schijf worden gelezen. Als de geplaatste schijf leeg is, meet de test de schrijfsnelheid.   
Deze test is geschikt om een optisch station te testen en om de leesbaarheid van gebrande schijven na te gaan (cd’s of dvd’s). 
De resultaten worden weergegeven in de vorm van twee curves in de grafiek. Standaard wordt de leessnelheid weergegeven als een groene lijn, en de rotatiesnelheid of hoeksnelheid van de schijf wordt weergegeven als een gele lijn.  
De horizontale schaal geeft de waarden weer van de opslagcapaciteit (in MB voor cd’s en in GB voor dvd’s). De verticale schalen geven links de leessnelheid en rechts de rotatiesnelheid in RPM x 1000 weer.
Bij een dual-layer-schijf geeft de grafiek twee bijkomende verticale lijnen weer: een rode voor de volledige capaciteit van de schijf en een roze die de weergave verdeelt in twee secties. Elke sectie geeft de meting voor één laag weer.
Bovendien worden de testresultaten weergegeven in het gebied Snelheid, rechts van de grafiek.

 

 
 
Als u vooral geïnteresseerd bent in het testen van optische stations, is het een goed idee licht beschadigde schijven te gebruiken.
 
 
Het gebied Snelheid bestaat uit de volgende displays: 
Huidig/Gemiddeld
Hier wordt de variabele snelheid weergegeven tijdens de uitvoering van de test. De gemiddelde snelheid wordt hier weergegeven wanneer de test is voltooid.
Start
Hier wordt de laagste snelheid weergegeven die werd vastgesteld tijdens de uitvoering van de test. Bij een normale curve is de laagste snelheid ook de beginsnelheid. Bij een ongelijke curve wordt de laagst vastgestelde snelheid hier weergegeven als de minimumwaarde.
Einde
Hier wordt de hoogste snelheid weergegeven die werd vastgesteld tijdens de uitvoering van de test. Bij een normale curve is de hoogste snelheid ook de eindsnelheid. Bij een ongelijke curve wordt de hoogst vastgestelde snelheid hier weergegeven als de maximumwaarde.
Type
Hier wordt het type rotatiesnelheid weergegeven.
Een schijf kan worden gelezen met de volgende types rotatiesnelheid:
CAV (constant angular velocity): Met constante hoeksnelheid draait de schijf met een constante snelheid, wat betekent dat de binnenste tracks met de laagste lineaire snelheid draaien. De lineaire snelheid neemt toe naarmate u verder van het centrum naar de buitenkant gaat. De gegevenssnelheid blijft constant terwijl de gegevensdichtheid afneemt naarmate u verder van het midden van de schijf verwijderd bent.
CLV (constant linear velocity): Met constante lineaire snelheid neemt de rotatiesnelheid van de schijf af naarmate de laser zich verder van het midden van de schijf bevindt. Bijgevolg blijven zowel de leessnelheid als de gegevensdichtheid en de snelheid constant in alle gebieden van de schijf.
ZCLV (zone CLV): Als een schijf verdeeld is in verschillende CLV-zones, kan elk hiervan worden gelezen en vooral gebrand als afzonderlijke logische gebieden door gebruik te maken van CLV. 16x snelheid is een karakteristieke waarde voor de binnenste zone van een cd, waarna de snelheid in stadia kan worden opgevoerd.
PCAV (partial CAV): Bij een combinatie van CAV en CLV wordt CAV-technologie gebruikt in het binnenste gebied van de schijf. Wanneer een bepaalde lineaire snelheid is bereikt, wordt overgeschakeld op CLV-technologie naar de buitenkant van de schijf. Met andere woorden: de rotatiesnelheid blijft constant totdat de leessnelheid een maximumwaarde heeft bereikt; de leessnelheid blijft vervolgens constant terwijl de rotatiesnelheid afneemt.
 
Zie ook:
Navigatie-optie Overdrachtsnelheid
Optie Schijfkwaliteit
Rotatiesnelheid
Schijven kunnen op verschillende manieren worden gelezen en/of gebrand. Meestal begint het leesproces bij optische schijven bij de radius van de schijf en gaat het van het midden naar buiten. De twee normen die worden gebruikt om de types rotatiesnelheid te definiëren, zijn lineaire snelheid en hoeksnelheid. Bij constante hoeksnelheid draaien de tracks in het midden van de schijf altijd tegen de laagste lineaire snelheid. De lineaire snelheid neemt toe naarmate u verder van het centrum naar de buitenkant gaat. De hoeksnelheid (ook rotatiesnelheid genoemd) beschrijft de wijziging in de rotatiehoek in de tijd, onafhankelijk van de radius van de schijf, d.w.z. de snelheid waartegen een voorwerp een lus maakt in een sector.
Leessnelheid
De leessnelheid van een station is afhankelijk van de snelheid die de laser nodig heeft om de gegevens op een optisch opslagmedium te lezen (bijv. met een snelheid van 8x of 16x).
RPM
Revolutions per minute (RPM) is een Engelse eenheid die in mechanica wordt gebruikt om rotatiesnelheid aan te duiden. Ze geeft het aantal volledige omwentelingen per minuut weer.
Dual-layer-schijf
Een dual-layer-schijf verwijst naar een dvd die twee layers op één kant gebruikt, waardoor de opslagcapaciteit vergroot.
Schrijfsnelheid
De schrijfsnelheid is de snelheid tegen waarmee een station gegevens naar het optische opslagmedium kan schrijven (bijv. met een snelheid van 8x of 16x).


Overdrachtsnelheid